Titel
Philips op wereldtentoonstelling 1958
Spreker
Kees Tazelaar
Locatie
Philips NatLab
Prof. Holstlaan 4
5656 AA Eindhoven
Tijd:
20:00 uur (vanaf 19:30 koffie)
Openbaar vervoer
Trein en bus 7 (richting Waalre of Philips campus), zie verder http://www.9292ov.nl/
Per auto
Neem op de rondweg Eindhoven Zuid (A2) afslag 33 en ga richting Valkenswaard. Eerste afslag rechts, aan het eind bocht naar rechts onder de A2 door. Het NatLab ligt aan uw linkerhand. Zie verder ANWB routeplanner
Contactpersoon
Daniël Schobben, zie bestuur
Aanmelden
Stuur de antwoordstrook per post of fax naar de secretaris of meld hier aan via de website.
Samenvatting
Philips op de wereldtentoonstelling in Brussel 1958
Philips had al in 1935 (Brussel) en in 1953 (Brazilia) met een eigen paviljoen - min of meer onafhankelijk van Nederland - deelgenomen aan een wereld-tentoonstelling. Voor de Expo in Brussel van 1958 wilde ir. Kalff - begonnen bij Philips als art-director en later directeur van de afdeling artistieke zaken - een paviljoen waarin niet zoals gebruikelijk vitrines stonden opgesteld met daarin de nieuwste apparatuur. In plaats daarvan had hij een paviljoen voor ogen met een volledig geautomatiseerde voorstelling, waarin de modernste technologie en de meest recente ontwikkelingen op het gebied van de beeldende kunst en muziek zouden samengaan. Voor het ontwerp van het gebouw en het lichtspel verstrekte Kalff een opdracht aan de architect Le Corbusier.
De elektronische muziek zou gemaakt gaan worden door de Frans-Amerikaanse componist Edgard Varèse, die volgens Le Corbusier op dat moment de enige was die voor deze opdracht in aanmerking kon komen.
Voor het ontwerp van het paviljoen liet Le Corbusier het werk grotendeels over aan een medewerker op zijn studio: de toen nog vrijwel onbekende Grieks-Franse componist en architect Iannis Xenakis, en het is zo langzamerhand zelfs bij het grote publiek bekend dat het Philips Paviljoen feitelijk een geesteskind van Xenakis is en niet van Le Corbusier.
Voor Varèse werd op het NatLab gedurende 7 maanden een tijdelijke studio ingericht in de personeelscabine van een grote garage op Strijp 3. Alle apparatuur stond opgesteld in deze cabine, terwijl de grote garagehal zelf kon dienen om te experimenteren met de zgn. geluidsroutes. Hiertoe waren langs de wanden lange rijen luidsprekers opgehangen waarover het geluid d.m.v. relais-schakelingen trajecten af kon leggen. De hiervoor benodigde automatisering was in handen van S.L. de Bruin, de supervisie was in handen van de akoestisch expert ir. Tak.
Terwijl Varèse in Eindhoven aan de muziek werkte, ontwikkelde Le Corbusier volledig onafhankelijk daarvan zijn 'Minutage' voor de film- en lichtprojecties. Het maken van de film werd uitbesteed aan de Italiaanse cineast Philippe Agostini, die bekend stond om zijn beheersing van licht- en schaduwwerking.
In de controlekamer van het paviljoen stond een gigantische hoeveelheid apparatuur opgesteld die het mogelijk maakte de voorstelling, inclusief de muziek, de licht- en beeldprojecties en de schakeling van de geluidsroutes geheel automatisch te laten verlopen. Over de wanden en in de fundamenten van het paviljoen waren niet minder dan 425 luidsprekers aangebracht waarover het geluid routes kon afleggen.
Gedurende de Expo van 1958 trok het paviljoen meer dan een miljoen bezoekers. Toen de Expo was afgelopen heeft het paviljoen nog enkele maanden gestaan. Mogelijkheden zijn onderzocht om het te behouden of naar een andere locatie te verplaatsen. De constructie was daarop echter niet berekend, en het paviljoen werd daarom conform de afspraken met de organisatie in 1959 afgebroken.
Onze spreker Kees Tazelaar (1962) is zelf componist van elektronische muziek en als docent verbonden aan het Instituut voor Sonologie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Hij heeft de laatste jaren uitvoerig onderzoek gedaan naar de muziek van het Philips paviljoen en de apparatuur die is gebruikt tijdens de realisatie en de uitvoering ervan. De lezing wordt begeleid door een groot aantal afbeeldingen en geluidsvoorbeelden.