Ir. Derk Kleis is op 16 december 2006 in Eindhoven op 85-jarige leeftijd overleden.
Wanneer Kleis bij Philips is begonnen weet ik niet. Zijn activiteiten voor Philips startten op het Natuurkundig Laboratorium van Philips tijdens of na WO II. Als ik goed geïnformeerd ben, heeft hij zich daar o.a. beziggehouden met kopieerapparatuur. Een activiteit die dus niets met akoestiek of geluid te maken had.
In de 50-er jaren begon Philips met de productie van microfoons. Philips maakte al enige tijd professionele meetapparatuur en was daardoor bedreven om met 50 μm dik draad te werken. Iemand kwam op het idee dat het maken van een spoeltje voor microfoons gemakkelijk zou zijn. Er was nog een aantal activiteiten binnen Philips dat onder een speciaal hoofd bij Philips verder ontwikkeld kon worden en daardoor een inkomstenbron zou kunnen zijn. Deze zaken werden ondergebracht bij de toen zo genoemde hoofdindustriegroep Elektroakoestiek, kortweg ELA. Binnen de ELA werd een ontwerpgroep Akoestiek opgericht waar vooronderzoek en ontwikkeling van microfoons, luidsprekers en gerelateerde producten voor professionele toepassingen werden uitgevoerd.
Ir. Derk Kleis werd hoofd van deze afdeling.
Begin 1964 solliciteerde ik bij Philips en gaf aan, dat geluid mijn hartstocht was. In februari 64 werd ik aangenomen na een gesprek met Kleis, zoals hij meestal genoemd werd. Kleis kwam op mij over als een geniale en integere baas. In die tijd was de afstand tussen medewerker en baas schier onoverbrugbaar. Tussen hem en mij was er nog een groepsleider die tot taak had de voorontwikkeling te leiden.
Begin 60-er jaren was Kleis heel veel bezig met geluidsystemen en gaf dienaangaande adviezen aan de commerciële afdeling van de ELA. Hij ondersteunde de gedachte dat bijna niets onmogelijk was. Hij was al eerder bezig geweest met een ambiofoniesysteem voor de Scala in Milaan. Hiermee kon met een simpele ingreep de akoestiek van de zaal aangepast worden aan de uitvoering. Philips was hiermee op geluidsgebied baanbrekend bezig. Als je Kleis vroeg hoe hij de prestaties van een geluidsysteem kon voorspellen, moest je gewoon een dagje nemen voor zijn uitgebreid antwoord. Dit antwoord werd omgeven door dikke rookwolken uit zijn onafscheidelijke pijp. Die pijp was in wezen zijn tweede natuur. Na zijn uiteenzetting was je min of meer ingewijd in een bepaald aspect van het natuurkundige verschijnsel van geluid en de technische hulpmiddelen. In die periode ontwikkelde hij de mogelijkheid om met parametrische filters geluidsystemen te egaliseren. Voor de proefnemingen verzocht Kleis de gemeente Breda, waar wij met de ELA activiteit waren neergestreken, om gebruik te mogen maken van de toenmalige kathedraal die op de nominatie stond gesloopt te worden. Daar hebben we in de kou en de rookwolken uit de pijp van Kleis de egalisatie uitgeprobeerd.
Onder zijn leiding heb ik mij o.a. bezig gehouden met apparatuur voor slechthorenden, met een zogenaamd baskanon, met een vertragingslijn en in het begin van de 70-er jaren de ontwikkeling van een electreetmicrofoon voor een draagbare cassette recorder. Gelijktijdig kwam er ook een nieuwe uitdaging op: Security. In dit vakgebied zou geluid ook een belangrijke rol kunnen spelen: de geofoon, ultrasone detectie, akoestische impedantiecontrole van constructies enz. Ook deze activiteit werd door Kleis gepromoot hoewel hij geen baas werd van de nieuwe groep.
Later kwam ik bij de commerciële afdeling van de ELA en kreeg daardoor op een andere manier met Kleis te maken: ik werd zijn klant voor de kennis die hij had. Inmiddels had hij een adviesbureau binnen de ELA opgericht: Audio Engineering Consultancy Office. Hij was altijd erg gul met het uitdelen van zijn kennis. Als hij iets niet wist, zocht hij het op of ging proeven doen om te bezien of de praktijk in lijn was te brengen met de theorie. Als hij het antwoord had, werd je uitgenodigd dit te vernemen. Hij liep daarbij al pijprokend te ijsberen door zijn kantoor. In die tijd was ik ook een fervent pijproker. Bij zo'n sessie had ik mijn eigen pijp even in de asbak gelegd om een uitgebreide vraag te stellen waarbij het schoolbord werd gebruikt. Toen ik weer ging zitten liep Kleis nog steeds pijprokend zijn antwoord te formuleren. Maar ik was wel mijn eigen pijp kwijt. Mijn vraag aan hem was 'Derk weet je zeker dat je uit je eigen pijp loopt te roken?' Zijn reactie was 'Ik koop een nieuwe voor je!'. Maar dat hoefde niet.
Kleis had een ongelooflijk goed geheugen. Voor een demonstratie van een potentieel geluidsysteem in de Stadthalle van Wolfsburg had ik een Ford Transit gehuurd om de spullen van Breda naar Wolfsburg te brengen. Kleis zat samen met zijn maatje Theo Zweers naast mij. Kleis wist van elk dorp of stad of streek die wij passeerden bijzondere dingen te verhalen. Hierbij ontdekte je dat Kleis niet alleen geïnteresseerd was in geluid maar ook in historische en sociale zaken. Hij nam er ook alle tijd voor om zich in allerlei zaken te verdiepen.
Kleis is altijd op de Hastelweg in Eindhoven blijven wonen; aanvankelijk met zijn moeder en later alleen. De buurt verpauperde maar Kleis werd gezien als een soort rijdende rechter. Hij bemiddelde tot ieders voldoening in de conflicten tussen buurtgenoten.
In bovenstaande regels zijn enige anekdotes vermeld; het is onmogelijk al zijn daden te noemen. Zij zouden een boek vullen.
Kleis is nooit getrouwd geweest. Hij wijdde zijn leven aan kennis en liet anderen daarin delen. Hij was tot aan zijn overlijden lid van de AES (Audio Engineering Society) en het NAG (Nederlands Akoestisch Genootschap).
Hij was een bijzonder mens, en dat was hij!
Peter Swarte (jan. 2007).